Overzicht collegebesluiten

De initiatiefnemers zouden graag de (voormalige) jachthaven ‘Meerzicht’ langs de Herenweg in Rijnsaterwoude en aan het Braassemermeer een kwaliteitsimpuls geven. Het initiatief betreft het realiseren van een recreatiepark bestaande uit 61 verblijfsrecreatieve onderkomens (36 appartementen en 25 arken), een receptie, een restaurant, een parkeergarage, 71 (deels overdekte) ligplaatsen en twee (beheerders)woningen. Het college wordt geadviseerd een positieve houding aan te nemen ten opzichte van het initiatief, maar tegelijkertijd wel een aantal kanttekeningen te plaatsen richting de initiatiefnemer.

1. Het revitaliseren van het (voormalige) jachthavengebied aan de Herenweg in Rijnsaterwoude d.m.v. het realiseren van (verblijfs)recreatie, horeca en twee woningen wenselijk te vinden, onder de volgende voorwaarden:
   a. de behoefte aan deze grootschalige recreatieve ontwikkeling buiten BSD dient onderbouwd en regionaal afgestemd te worden en de provincie dient akkoord te gaan met deze onderbouwing;
   b. het hoogheemraadschap dient in te stemmen met het plan;
   c. de grondruil dient afgestemd te worden met het Rijksvastgoedbedrijf;
   d. de twee woningen dienen qua aard en schaal aan te sluiten bij de woningen in de nabije omgeving en tevens geldt: maximaal één bedrijfswoning;
   e. er dienen, conform de Nota Parkeernormen, voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd te worden op eigen terrein;
   f. aangetoond dient te worden dat de Herenweg de toename van het aantal verkeersbewegingen aan kan en dat de gewenste ontsluitingen passend zijn;
   g. in het op te stellen bestemmingsplan dient geborgd te worden dat de ontwikkeling landschappelijk wordt ingepast (conform het voorgestelde landschappelijk inpassingsplan) en dat permanente bewoning van de recreatieverblijven wordt uitgesloten;
   h. door middel van een ruimtelijke onderbouwing dient aangetoond te worden dat het initiatief milieuhygiënisch inpasbaar is (bodem, flora en fauna, etc.).
2. Indiener te verplichten de omwonenden en andere belanghebbenden op de hoogte te stellen van de voorgenomen ontwikkeling en een terugkoppeling te geven van de reacties van omwonenden/belanghebbenden waarin wordt aangegeven welke invloed de reacties op het initiatief hebben (gekregen).

Initiatiefnemer is voornemens om in die berging / schuur (‘bollenschuur’) die achter de vrijstaande woning bekend als Westeinde 79 te Roelofarendsveen gesitueerd is, een zelfstandige woning te realiseren. Het college wordt geadviseerd om een positieve grondhouding aan te nemen ten opzichte van het initiatief, maar tegelijkertijd wel een aantal kanttekeningen te plaatsen richting de initiatiefnemer.

1. Het realiseren van een zelfstandige woning in de bestaande schuur / berging (ook wel ‘bollenschuur’ genoemd) achter de bestaande vrijstaande woning bekend als Westeinde 79 Roelofarendsveen wenselijk te vinden, onder de volgende voorwaarden:
   a. Het type woning dient passend te zijn binnen de Regionale Woonagenda van Holland Rijnland;
   b. Het initiatief dient in de vorm van een ruimtelijke onderbouwing nader uitgewerkt te worden, waarbij nader inzicht gegeven dient te worden op welke wijze de stedenbouwkundige inpasbaarheid van de woning in de bestaande bebouwing op het perceel Westeinde 79 te Roelofarendsveen zowel op zichzelf staand als in relatie tot de omgeving gewaarborgd wordt;
   c. Initiatiefnemer dient in het kader van de ruimtelijke onderbouwing ook aspecten als ontsluiting, parkeren, water en milieutechnische aspecten nader uit te werken;
   d. de woning dient aan te sluiten bij het karakter van het lint en de uitgangspunten van de Nota Inbreidingslocaties vormen hiervoor de basis;
   e. Het inpassen van de zelfstandige woning in de schuur / berging dient plaats te vinden met inachtneming van de bouwvoorschriften en maatvoeringen zoals verwoord in artikel 15 Wonen (W) van het bestemmingsplan ‘Braassemerland 2019’ en met toepassing van artikel 4, lid 9 van Bijlage II Bro (kruimelregeling, afwijken van het bestemmingsplan ).
2. f. Er dient een afdracht gedaan te worden in het sociale vereveningsfonds om te voldoen aan de eis van 30% sociale woningbouw.
3. Indiener te verplichten de omwonenden en andere belanghebbenden op de hoogte te stellen van de voorgenomen ontwikkeling en een terugkoppeling te geven van de reacties van omwonenden/belanghebbenden waarin wordt aangegeven welke invloed de reacties op het initiatief hebben (gekregen).

Het verzoek betreft het wijzigen van de agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning. Het college wordt geadviseerd een positieve houding aan te nemen ten opzichte van het wijzigen van de agrarische bedrijfswoning naar een plattelandswoning. Het omzetten naar een burgerwoning heeft niet de voorkeur op basis van de door het college op 12 juli 2022 gekozen beleidslijn. Geadviseerd wordt wel een aantal kanttekeningen te plaatsen richting de initiatiefnemer.

1. Het uitwerken van de wijzigingsbevoegdheid van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning wenselijk te vinden, mits aangetoond kan worden middels een agrarisch advies dat de ontwikkeling voldoet aan de vereisten zoals gesteld in wijzigingsbevoegdheid
2. Indiener te verplichten de omwonenden en andere belanghebbenden op de hoogte te stellen van de voorgenomen ontwikkeling en een terugkoppeling te geven van de reacties van omwonenden/belanghebbenden waarin wordt aangegeven welke invloed de reacties op het initiatief hebben (gekregen).

Naar aanleiding van de gewijzigde Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) hebben gemeenten een bericht ontvangen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) over het aansluiten van gemeenten bij Stichting BKR. Door aan te sluiten kunnen gemeenten de kredietgegevens van een inwoner bij Stichting BKR opvragen, als hulpmiddel bij het nemen van een besluit of een inwoner toegang krijgt tot schuldhulp, en welke hulp passend is. Ook zijn gemeenten verplicht om kredietaanbieders (via BKR) te informeren over wie schuldhulpverlening krijgt. Het aansluiten bij BKR zorgt er voor dat mensen geen lening aangaan die niet past bij hun financiële positie en dat schuldhulpverleners een beter/volledig beeld van de schuldenpositie krijgen wat bijdraagt aan een grotere kans van slagen van het schuldhulptraject.

1. Aan te sluiten bij Bureau Krediet Registratie (BKR) en daartoe het aanvraagformulier en meldingsformulier verwerkers te ondertekenen.

De agenda voor de extra commissie Wonen van 13 april 2023 staat voornamelijk in het teken staat van de zienswijzeperiode op de Regionale Woonagenda en de Huisvestingsverordening van Holland Rijnland. Er zijn in totaal 20 zienswijzen ingediend door de gemeenten, de provincie en relevante organisaties. In deze commissie bespreken we de Nota van Beantwoording op de zienswijzen.

De annotatie vast te stellen en deze in te laten brengen door de portefeuillehouder in de Commissie Wonen van Holland Rijnland op 13 april 2023.

Om de kwaliteit van onze dienstverlening te kunnen garanderen is een goede informatieveiligheid randvoorwaarde. Jaarlijks voeren we hierop een zelfevaluatie uit. Voor een aantal onderwerpen leidt dit tot rapportages die in het kader van de verantwoording moeten worden vastgesteld door het college. Over de gehele linie zijn de resultaten goed van de zelfevaluatie, waar nodig hebben deze geleid tot verbeterplannen.

1. De Collegeverklaring DigiD en Suwinet met de bijlagen 1 (DigiD)en 2 (Suwinet) vast te stellen en te ondertekenen.
2. De Kwaliteitsmonitor uittreksel Reisdocumenten 2022 vast te stellen en te ondertekenen.
3. De Management rapportage Reisdocumenten 2022 vast te stellen.
4. De Kwaliteitsmonitor uittreksel BRP 2022 vast te stellen en te ondertekenen.
5. De Management rapportage BRP 2022 vast te stellen.
6. De Rapportage Zelfevaluatie BAG-BGT-BRO 2022 vast te stellen
7. De Rapportage Zelfevaluatie WOZ 2022 vast te stellen
8. De Rapportage Verhogen Digitale Weerbaarheid vast te stellen

Elke raadsvergadering wordt de lijst ingekomen stukken, waaronder de categorie II-, III- en IV-brieven, geagendeerd. De werkafspraak is dat voor de raadsvergadering deze lijst in het college aan de orde wordt gesteld. Zo nodig wordt een stand van zaken toegevoegd als de brief nog niet is beantwoord.

De lijst ingekomen stukken – categorie II- III- en IV-brieven vast te stellen.

De voorgaande overeenkomsten voor de levering van huishoudelijke ondersteuning zijn van rechtswege afgelopen per 1 januari 2023 en konden niet meer worden verlengd. Een Europese aanbestedingsprocedure is doorlopen. In totaal voldeden acht inschrijvers aan de gestelde eisen in het aanbestedingsdocument huishoudelijke ondersteuning en het programma van eisen huishoudelijke ondersteuning.

De opdracht voor huishoudelijke ondersteuning met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 te gunnen aan Tzorg B.V., Alfa&Zorg B.V., Zonzorg, Groenoord Zorgt B.V., Stichting Wijdezorg, Thuiszorg Matilda Nederland B.V., Miep B.V. en Stichting ActiVite.

De griffie houdt van elke door een collegelid gedane toezegging in een raadsvergadering een lijst bij. Ook houdt de griffie een lijst bij waarop de moties staan opgenomen. Een reactie over de voortgang van de afhandeling van de toezeggingen en de moties is toegevoegd. Het college wordt voorgesteld de geactualiseerde lijst vast te stellen voordat deze naar de gemeenteraad wordt gezonden.

Toezeggingenlijst en overzicht moties vast te stellen.

De verantwoordingsmonitor 2022 is een inhoudelijke verantwoording over afgelopen jaar. Deze monitor wordt met een raadsinformatiebrief aangeboden aan de gemeenteraad zodat de raadsleden in een vroegtijdig stadium kennis kunnen nemen van de bereikte resultaten. De financiële verantwoording volgt uiterlijk 25 mei. Beide documenten samen vormen de jaarrekening die besproken wordt in de C&K van 7 juni 2023.

1. De Verantwoordingsmonitor 2022 vast te stellen.
2. De raadsinformatiebrief Verantwoordingsmonitor 2022 vast te stellen.

Na het vertrek van de gemeentesecretaris vindt waarneming van de functie plaats door de 1e locosecretaris. Deze is daartoe aangewezen in artikel 6 van de Instructie Gemeentesecretaris 2022. Deze regeling voorziet ook in een 2e locosecretaris. Tot het moment van de definitieve invulling van de functie van gemeentesecretaris is het echter wenselijk ook een 3e locosecretaris aan te wijzen om de continuïteit te waarborgen.

1. Naast de bestaande regeling uit de Instructie Gemeentesecretaris 2022 aan te wijzen als vervangend gemeentesecretaris (3e loco):
   a. De heer J.A. Vergeer, clustermanager Ruimte en Sociaal
2. Het besluit Aanwijzing locogemeentesecretaris van 8 maart 2022 in te trekken.

De gemeente Kaag en Braassem stelt in een cyclus van vier jaar beleid vast voor de zogenoemde VTH-taken. Dit betreft de uitvoeringstaken voor vergunningen, toezicht en handhaving op grond van de Wabo, de APV en Bijzondere Wetten. Daarnaast stelt de gemeente jaarlijks een werkplan voor het lopende jaar op en een jaarverslag over het vorige jaar. Ter besluitvorming ligt voor het Werkplan VTH 2023 met daarin opgenomen het jaarverslag 2022 op grond van het VTH-beleid 2019-2023. In het kader van interbestuurlijk toezicht (toezicht IBT) ontvangt de toezichthouder IBT Omgevingsrecht van de Provincie Zuid-Holland het vastgestelde document.

1. Het Werkplan VTH 2023 en jaarverslag 2022 vast te stellen.
2. De raadsinformatiebrief Werkplan VTH 2023 en jaarverslag 2022 vast te stellen.

Bijlagen bij programma C&K dat op 4 april is vastgesteld.